hnwlogo fisheye-view
  HOOGE DER AA 27    9712 AD GRONINGEN     TELEFOON   +31 (0)50 312 16 77











blauwe-schuit
H.N.WERKMAN 
DE BLAUWE SCHUIT
Hendrik Nicolaas Werkman (1882-1945) begon zijn drukkerij op 1 januari 1907. Na een jaar werd de drukkerij in het register van de KvK geschreven.
Werkman experimenteerde met zijn loden en houten materiaal (zetterij gerief). Om schitterende en bijzondere composities te maken, gebruikte hij handgesneden sjablonen, rubberen inktrollers en drukte die af op papier. Het gebuik van sjablonen en gerief zorgde ervoor dat zijn beeldende kunst een uitzonderlijke uitstraling kreeg.

Druksels, noemde Werkman die bijzondere en wereldberoemde kunstwerken. Deze zijn zo bijzonder omdat zakelijke spanningen, fricties, gebeurtenissen, frustraties en zijn belang in die moeilijke eerste helft van de 20ste eeuw, met kleurrijke beelden in voorhanden papier is gedrukt, je kunt het ervan aflezen.
 
Reeds vanaf het eerste bezettingsjaar (1941) moest elk nieuw boek of herdruk toestemming krijgen van het departement van volksvoorlichting en kunsten. Zonder  toestemming van de Kultuurkamer mocht voor een totale oplage boeken slechts vijf kilo en vanaf 1943 slechts 21/2 kilo papier worden gebruikt. Vele drukkers hielden zich aan deze regel; uitgeverij D.A.Daamen in Den Haag en uitgeverij H.N.Werkman te Groningen hadden een andere gedachte bij deze inperking.

Kernpunt was dat de Groninger graficus Hendrik N. Werkman vond, dat persvrijheid, dus vrijheid van meningsuiting, los moest staan van elke denkbare overheidsbemoeienis.
Samen met August Henkels, Ate Zuidhoff en Adri Buning werd een bibliofiele serie in omloop gebracht. Deze serie kreeg de geuzennaam ' De Blauwe Schuit '. Een mediaeval gedachtegoed die na 400 jaar rust, fris wakker werd.

In de 15de eeuw dichtte Jacob van Oestvoren 'De blauwe schuit' (1413). Sebastiaan Brandt schreef eens

het spotgedicht 'het Narrenschip' (1494). In die zelfde tijd
bracht Erasmus allen, die niet in een Middeleeuwse Gilde pasten, onder in een 'blauwe schuit'. Ook hun tijdgenoot Jeroen Bosch gebruikte dat beeld voor een van zijn schilderijen. Het thema - toentertijd -  was steeds hun afkeer van maatschappelijke misdragingen bij diverse overheden.

In de veertigdelige serie 'De Blauwe Schuit' werd de bezorgdheid tot 1944 jegens de Kultuurkamer en haar gilden uitgedrukt in 52 bellettristische werken.
Bron: o.m. Dr. L. de Jong, het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede  Wereldoorlog, deel 7 p.834 en deel 10b p.1099, 's-Gravenhage, Staatsuitgeverij, 1982.

Op 10 april 1945 kwam in het Friese Bakkeveen een einde aan het leven van meester drukker, kunstenaar en uitgever H.N.Werkman, door verradelijke sympatisanten en een kogel van Nederlandse SD.

De weduwe Margaretha Cornelia Werkman-van Leeuwen en vier erven verkochten het grafisch bedrijf op 1 mei 1947 aan hun gezel Wiebren Bos, die met het drukkersbedrijf verder ging als Drukkerij Bos.

In juni 1983 werd het zakelijke deel van Drukkerij Bos en het historische deel van v/h H.N.Werkman door Drukkerij Boon v/h Joh.Wolff overgenomen van Bauwe Bos, de zoon van Wiebren.

Kornelis Feike Boon splitste het van wereldbetekenis zijnde historische en culturele erfgoed af van het zakelijke deel. Dat erfgoed is bewaard - een directe ode aan zijn voorganger Hendrik Nicolaas Werkman - als een privé collectie " l' Imprimante Vivant ".

Die l' Imprimante Vivant collectie was al vanaf 1992 te zien bij het voormalige Grafisch Museum Groningen aan de Rabenhauptstraat. Die collectie wordt omstreeks october 2020 permanent en professioneel tentoongesteld op de H.N.Werkmanzaal van het GR-ID museum te Groningen.